Dans le deuxième moyen, pris de la violation de l'article 24, § 1, lu en combinaison avec l'article 19, de la Constitution, les parties requérantes allèguent qu'en imposant que l'enseignement dispensé en dehors de l'ensei
gnement organisé ou subventionné par la Communauté poursuive les objectifs définis par le décret du 24 juillet 1997 définissant les missions prioritaires de l'enseignement fondamental et de l'ensei
gnement secondaire, soit conforme au titre II de la Constitution et ne prône
pas des valeurs qui ...[+++]seraient manifestement incompatibles avec la Convention européenne des droits de l'homme, le décret attaqué constitue une violation de la « liberté de choix » des parents et enseignants, puisqu'un enseignement qui ne coïnciderait pas avec les présupposés philosophiques ou idéologiques du décret risque d'encourir des sanctions, telles que l'obligation d'inscrire l'enfant dans une école organisée ou subventionnée par la Communauté en cas d'échec.In het tweede middel, afgeleid uit de schending van artikel 24, § 1, in samenhang gelezen met artikel 19, van de Grondwet, voeren de verzoekende partijen aan dat het bestreden decreet, door de verplichting op te leggen dat het ond
erwijs verstrekt buiten het door de Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde onderwijs de doelstellingen nastreeft die zijn gedefinieerd in het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs, in overeenstemming is met titel II van de Grondwet en geen waarden voorstaat die kennelijk onverenigbaar zijn met het Europees Verdrag voor de rechten van de
...[+++]mens, een schending inhoudt van de « keuzevrijheid » van de ouders en de leerkrachten, vermits onderwijs dat niet zou samenvallen met de filosofische en ideologische uitgangspunten van het decreet, sancties riskeert, zoals de verplichting om het kind in te schrijven in een door de Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde school in geval van niet-slagen.