En ce qui concerne l'étudiant dans l'enseignement de promotion sociale, la notion de « réussite d'une épreuve » visée dans cette dernière disposition doit être interprétée de la manière suivante : l'étudiant devra prouver qu'il a réussi, au cours de l'année, des unités de formation dont le volume horaire est supérieur à 240 périodes, l'ensemble des unités de formation suivies devant impérativement globaliser au minimum 480 périodes.
Met betrekking tot de student in het onderwijs voor sociale promotie moet het in deze laatste bepaling bedoelde begrip « slagen in een examen » geïnterpreteerd worden op de volgende manier : de student zal moeten bewijzen dat hij in de loop van het jaar geslaagd is voor opleidingseenheden waarvan het aantal uren meer dan 230 periodes bedraagt. Het totaal aantal opleidingseenheden moet minimum 480 periodes bedragen.