(2) Il convient de consacrer dans le droit de l'Union la nécessité d'une cohérence parfaite entre le cadre de surveillance multilatérale de l'Union établi par le traité et les éventuelles conditions de politique économique dont est assortie cette assistance financière, accompagnée d'incitations pour promouvoir la croissance durable, l'emploi et le progrès social.
(2) De volledige consistentie tussen het in het Verdrag vastgelegde multilaterale toezichtkader van de Unie en de eventueel aan de bovenbedoelde financiële bijstand verbonden beleidsvoorwaarden, in combinatie met prikkels om de groei, de werkgelegenheid en de sociale vooruitgang te stimuleren, dient door Uniewetgeving te worden gewaarborgd.