Article 1. Les armateurs sont dispensés du paiement des cotisations visées aux articles 3, § 3, 1°, 2°, 3°, 4°, 5° et 7° de l'arrêté-loi du 7 février 1945 concernant la sécurité sociale des marins de la marine marchande, 122 de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions sociales, 56 des lois relatives à la réparation des dommages résultant des maladies professionnelle
s, coordonnées le 3 juin 1970, 59ter, § 1, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, 1 et 16 de la loi du 28 juin 1966 relative à l'indemnisation des travailleurs licenciés en cas de fermeture d'entreprise, 15 et 16 de la
loi du 10 ...[+++]juin 1993 transposant certaines dispositions de l'accord interprofessionnel du 9 décembre 1992, 14 et 19 de la loi du 3 avril 1995 portant des mesures visant à promouvoir l'emploi, 1 et 3 de l'arrêté royal du 27 novembre 1996 instaurant une cotisation patronale particulière en vue de financer le régime du chômage temporaire et du complément d'ancienneté pour les chômeurs âgés en application de l'article 3, § 1, 4° de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire européenne, 2 de l'arrêté royal du 27 janvier 1997 contenant des mesures pour la promotion de l'emploi en application de l'article 7, § 2, de la loi du 26 juillet 1996 relative à la promotion de l'emploi et à la sauvegarde préventive de la compétitivité, pour autant qu'il soit satisfait aux garanties relatives à l'emploi visées à l'article 3, § 1, alinéa 6, de l'arrêté-loi du 7 février 1945 susmentionné.Artikel 1. De reders worden vrijgesteld van de betaling van de bijdragen bedoeld in de artikelen 3, § 3, 1°, 2°, 3°,4°, 5° en 7° van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, 122 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, 56 van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten,
gecoördineerd op 3 juni 1970, 59ter, § 1, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, 1 en 16 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen, 15 en 16 van de wet van 10
...[+++]juni 1993 tot omzetting van sommige bepalingen van het interprofessioneel akkoord van 9 december 1992, 14 en 19 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, 1 en 3 van het koninklijk besluit van 27 november 1996 tot instelling van een bijzondere werkgeversbijdrage ter financiering van het stelsel van de tijdelijke werkloosheid en de ancinniteitstoeslag voor oudere werklozen, in toepassing van artikel 3, § 1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, 2 van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, voorzover er wordt voldaan aan de tewerkstellingsgaranties bedoeld in artikel 3, § 1, zesde lid van de bovenvermelde besluitwet van 7 februari 1945.