1. Les autorités aéronautiques de chaque Partie Contractante auront le droit de refuser, de révoquer, de suspendre les autorisations pour l'exercice des droits spécifiés à l'article 4 du présent Accord par l'entreprise de transport aérien désignée par l'autre Partie Contractante ou de les assortir de conditions, temporairement ou de façon permanente, qu'elle estime nécessaires pour l'exercice de ces droits, si ladite entreprise de transport aérien :
1. De luchtvaartautoriteiten van elke Overeenkomstsluitende Partij hebben het recht de vergunningen voor de uitoefening van de rechten vermeld in artikel 4 van deze Overeenkomst door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij te weigeren, in te trekken, te schorsen of er, tijdelijk of blijvend, voorwaarden aan te verbinden die ze nodig acht voor de uitoefening van deze rechten, indien de voornoemde luchtvaartmaatschappij :