Lors du dépôt de la demande de regroupement familial, l'État membre concerné peut exiger que le regroupant fournisse la preuve qu'il dispose d'un logement approprié, d'une assurance-maladie pour toute la famille ainsi que de ressources stables, régulières et suffisantes pour subvenir aux besoins de la famille sans recourir au système d'aide sociale des États membres concernés.
Bij de indiening van het verzoek kan de betrokken lidstaat verzoeken het bewijs te leveren dat de gezinshereniger beschikt over normale huisvesting, een ziektekostenverzekering voor het hele gezin, alsmede stabiele en regelmatige inkomsten die volstaan om hemzelf en zijn gezinsleden te onderhouden, zonder een beroep te doen op het stelsel voor sociale bijstand van de betrokken lidstaten.