Le fonctionnement des systèmes qui protègent l’établissement de crédit lui-même, notamment en assurant sa liquidité et sa solvabilité, de manière à garantir une protection des déposants au moins équivalente à celle offerte par un système de garantie des dépôts, et celui des systèmes volontaires d’indemnisation, en faveur des déposants, qui ne sont pas instaurés ou reconnus officiellement par un État membre ne devraient pas être affectés par la présente directive.
Systemen die de kredietinstelling zelf beschermen en in het bijzonder haar liquide middelen en solvabiliteit verzekeren, en daarmee een bescherming garanderen voor de deposanten die ten minste equivalent is aan de bescherming die geboden wordt door een depositogarantiestelsel, en vrijwillige regelingen voor deposanten-compensatie die niet door een lidstaat ingevoerd of officieel erkend zijn, mogen in hun werking niet worden gehinderd door deze richtlijn.