Il ne peut donc se déduire de cet arrêt qu'aucune mesure relevant de la sécurité sociale ne pourrait être prise à l'égard des personnes ayant un degré d'autonomie réduit, étant donné que la Cour a également précisé que le législateur spécial, en attribuant aux communautés la compétence de l'aide aux personnes, « a entendu interdire aux communautés de traiter des mêmes matières [et] non de s'intéresser aux mêmes personnes que celles dont s'occupe le législateur fédéral » (B.3.7).
Uit dat arrest kan dus niet worden afgeleid dat er ten aanzien van personen met een verminderd zelfzorgvermogen geen maatregelen zouden kunnen worden genomen die behoren tot de sociale zekerheid, vermits het Hof eveneens verduidelijkte dat de bijzondere wetgever, door de gemeenschappen bevoegd te maken voor de bijstand aan personen, « de gemeenschappen heeft willen verbieden dezelfde materies te behandelen, en ze niet heeft willen verbieden belangstelling te hebben voor dezelfde personen als diegenen over wie de federale wetgever zich bekommert » (B.3.7).