Les onze Hautes Parties Contractantes notent que, lors des discussions sur l'article 2 paragraphe 2 du présent accord, il a été convenu que la Communauté n'a pas l'intention, en établissant des obligations minimales pour la protection de la sécurité et de la santé des employés, d'opérer à l'égard des employés des petites et moyennes entreprises une discrimination non justifiée par les circonstances.
De elf Hoge Verdragsluitende Partijen nemen er akte van dat tijdens de bespreking van artikel 2, lid 2, van deze Overeenkomst is overeengekomen dat de Gemeenschap niet voornemens is om bij de vaststelling van minimumverplichtingen voor de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers, ten aanzien van werknemers van kleine en middelgrote ondernemingen een niet door de omstandigheden gerechtvaardigde discriminatie in het leven te roepen.