5. Tout Membre ayant des gens de mer nationaux ou des gens de mer non nationaux, ou les deux, employés à bord des navires battant son pavillon devrait offrir la protection de sécurité sociale prévue par la présente convention, telle qu'applicable, et devrait réexaminer périodiquement les branches de la protection de sécurité sociale visée au paragraphe 1 de la norme A4.5 en vue d'identifier toute autre branche utile aux gens de mer concernés.
5. Elk Lid dat zeevarenden heeft die al dan niet zijn nationaliteit hebben en werkzaam zijn op schepen die zijn vlag voeren, zou de in het Verdrag genoemde toepasselijke sociale zekerheidsbescherming moeten verschaffen en regelmatig de in paragraaf 1 van norm A4.5 genoemde takken van sociale zekerheidsbescherming toetsen, teneinde eventuele voor de betrokken zeevarenden in aanmerking komende aanvullende takken in kaart te brengen.