Le fait que la loi du 26 mars 2003 prévoyait une exception pour les victimes de la traite des êtres humains qui peuvent obtenir réparation même s'ils sont en séjour illégal, montre que le législateur était déjà conscient à l'époque de ne pouvoir refuser une telle protection pour la seule raison du séjour illégal.
Dat men al bij de wet van 26 maart 2003 in een uitzondering voorzag, waarbij slachtoffers van mensenhandel wel in aanmerking komen voor schadevergoeding ook al waren ze illegaal, toont aan dat de wetgever toen al besefte dat men dergelijke bescherming niet kan ontzeggen louter op grond van een onwettig verblijf.