Les tendances positives lentes, mais constantes, du marché du travail (profitant particulièrement aux femmes) semblent largement expliquer la décrue sensible globale du taux de pauvreté: le taux d'emploi (2002) est désormais de 55,4%, il était de 54,6% en 2001 (et de 52,7% en 1999).
De lichte afname van het algemene armoedecijfer lijkt grotendeels toe te schrijven aan langzame doch gestage gunstige ontwikkelingen in de arbeidsmarkt (waar vooral vrouwen van profiteren). De arbeidsdeelname ligt nu (2002) op 55,4%, vergeleken met 54,6% in 2001 (en 52,7 in 1999).