Vertaling van "taux de pauvreté relative parmi " (Frans → Nederlands) :

Le taux de pauvreté relative en Finlande demeure parmi les plus faibles de l'UE et les crédits nécessaires ont été fournis pour mettre en oeuvre les mesures.
Het relatieve armoedecijfer in Finland behoort nog steeds tot de laagste in de EU en er is gezorgd voor de noodzakelijke financiering om de plannen uit te voeren.

Le Danemark compte parmi les États membres enregistrant le plus faible taux de pauvreté monétaire et une répartition des revenus plus égalitaire.
Denemarken behoort tot de lidstaten met het laagste risico van financiële armoede en een tamelijk gelijke inkomensverdeling.

L'article 16 de la loi du 8 mars 2013 détermine les critères utilisés pour sélectionner les pays partenaires de la coopération gouvernementale belge, parmi lesquels: 1° le taux de pauvreté et d'inégalité du pays partenaire, mesuré sur la base du niveau de développement socio-économique, de l'indice de développement humain ajusté aux inégalités (Inequality-adjusted Human Development Index - IHDI) et de l'indice de pauvreté humaine (Human Poverty Index - HPI) et/ou son degré de fragilité; 2° l'avantage comparatif actuel de la coopération belge au développement et le rôle qu'elle peut jouer dans le pays partenaire; 3° les efforts que fournit le pays partenaire pour son développement socio-économique; 4° les efforts du pays partenaire en matière de bonne gouvernance et de droits de l'Homme, y compris l'élimination des discriminations et la promotion de l'égalité des chances; 5° l'importance relative de la coopération belge au développement dans le pays partenaire en termes de volume et l'existence d'une répartition des tâches entre les bailleurs dans le pays partenaire, à savoir les autres États membres de l'Union européenne.
Artikel 16 van de wet van 8 maart 2013 bepaalt de criteria die worden gebruikt voor de bepaling van de partnerlanden van de Belgische gouvernementele samenwerking, met name: 1° de graad van armoede en ongelijkheden van het partnerland, gemeten op basis van het peil van de socio-economische ontwikkeling, van de menselijke ontwikkelingsindex aangepast aan de ongelijkheid (Inequality-adjusted Human Development Index - IHDI) en van de menselijke armoede-index (Human Poverty Index - HPI) en/of zijn mate van fragiliteit; 2° het huidige comparatief voordeel van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en de rol die zij kan spelen in het partnerland; 3° de inspanningen die het partnerland levert tot zijn socio-economische ontwikkeling; 4° de inspanningen van het partnerland inzake goed bestuur en mensenrechten, hierbij inbegrepen het wegwerken van discriminaties en het bevorderen van gelijke kansen; 5° het relatief belang van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in het partnerland in termen van volume en het bestaan van een taakverdeling tussen de donoren in het partnerland, met name met de andere lidstaten van de Europese unie.

demande à la Commission d'assurer le suivi de — et de faire rapport sur — la mise en œuvre de sa recommandation intitulée «Investir dans l'enfance pour briser le cercle vicieux de l'inégalité» dans les États membres et d'assurer l'accès à des services de qualité, ainsi que la participation des enfants; demande aux États membres dont les taux de pauvreté infantile sont supérieurs à la moyenne, de fixer des objectifs nationaux et d'accorder la priorité aux investissements destinés à réduire la pauvreté et l'exclusion sociale parmi les enfants et les jeunes.
verzoekt de Commissie toe te zien op en verslag uit te brengen over de tenuitvoerlegging van haar aanbeveling getiteld „Investeren in kinderen: de vicieuze cirkel van achterstand doorbreken” in de lidstaten en de toegang van kinderen tot diensten van hoge kwaliteit en hun participatie te waarborgen; verzoekt de lidstaten met een bovengemiddeld hoog kinderarmoedepeil nationale doelen vast te stellen en prioriteit toe te kennen aan investeringen die tot doel hebben de armoede en maatschappelijke uitsluiting onder kinderen en jongeren terug te dringen.

20. estime que pour pouvoir faire face aux problèmes que pose un chômage fort, et sa hausse, notamment chez les jeunes et les personnes handicapées, aux inégalités croissantes et à une large pauvreté, l'Union européenne a besoin d'un projet social nouveau et ambitieux dans le cadre sa stratégie pour 2020, fondé sur le plein emploi de qualité, l'intégration sociale et la lutte contre la pauvreté; demande que ce nouveau projet social intégré à la stratégie s'articule autour d'objectifs ambitieux en matière de réduction de la pauvreté, notamment pour les enfants et les personnes âgées, mais aussi pour s'attaquer aux problèmes des travailleurs pauvres, du décrochage scolaire et du grand nombre de jeunes ne bénéficiant ni d'un emploi, ni d'un enseignement, ni d'une formation, et pour accroître la participation aux programmes de formation tout au long de la vie, afin d'obtenir des progrès réels dans ces domaines d'importance déterminante; insiste à cet égard sur la nécessité de recourir au taux de pauvreté relative pour fixer les objectifs nationaux et de l'Union européenne dans ce domaine;
20. is van mening dat de grote en nog toenemende werkloosheid, vooral onder jongeren en gehandicapten, alsook de toenemende ongelijkheid en wijdverbreide armoede alleen volledig aangepakt kunnen worden als de EU een nieuwe ambitieuze sociale agenda krijgt in het kader van een strategie 2020 die stoelt op hoogwaardige volledige werkgelegenheid, sociale insluiting en armoedebestrijding; wenst dat deze nieuwe sociale agenda in het kader van de strategie gestuurd wordt door een reeks ambitieuze doelstellingen voor het terugdringen van de armoede, ook onder kinderen en ouderen, de armoede onder werkende armen, voortijdige schoolverlaters en het aantal jongeren die noch werken noch schoolgaan of een opleiding volgen, en voor een bredere deelneming aan levenslang leren, zodat daadwerkelijk vooruitgang wordt geboekt op deze cruciale gebieden; dringt er in dit verband op aan om bij het vaststellen van communautaire en nationale streefcijfers op dit gebied gebruik te maken van het relatieve armoedepercentage;

Le taux de pauvreté relative, soit 60% du revenu minimum national médian, varie considérablement d'un État membre à l'autre: il va de 8% au Danemark à 23% au Portugal.
Het relatieve armoedepercentage - 60% van het nationaal minimuminkomen - varieert sterkt van de ene lidstaat tot de andere, van 8% in Denemarken tot 23% in Portugal.

Toute l'attention politique est donc dirigée sur les écarts entre les sexes en matière de pauvreté, qui apparaissent grâce à cette approche, c'est‑à‑dire le taux de pauvreté relative pour les femmes âgées vivant seules et pour les mères célibataires.
Alle politieke aandacht gaat daarom naar de met gender samenhangende armoede in groepen die door deze aanpak wel zichtbaar wordt, namelijk het relatieve armoedecijfer onder oudere alleenstaande vrouwen en alleenstaande moeders.

Le "taux de pauvreté relative" défini comme la proportion de personnes vivant dans des ménages dont le revenu est inférieur à 60 % du revenu moyen national ne tient pas compte de la répartition des ressources et du pouvoir dans la famille.
Bij het "relatieve armoedecijfer", gedefinieerd als het percentage individuen dat in huishoudens leeft waarvan het inkomen lager is dan 60% van het gelijkgestelde gemiddelde inkomen in een bepaald land, wordt de verdeling van middelen en macht binnen het gezin buiten beschouwing gelaten.

Les taux de pauvreté, en particulier parmi les femmes âgées, sont supérieurs à la moyenne.
Het percentage ouderen dat onder de armoedegrens leeft, vooral onder oudere vrouwen, ligt hoger dan gemiddeld.

[11] Les zones urbaines concernées, villes ou quartiers, doivent remplir au moins trois conditions parmi lesquelles, le fort taux de chômage, un taux de pauvreté et d'exclusion élevée, un nombre élevé d'immigrés, de minorités ethniques ou de réfugiés, un faible taux d'éducation, un fort taux de criminalité et de délinquance et des conditions environnementales particulièrement dégradées.
[11] De betrokken stedelijke gebieden, steden of wijken moeten aan ten minste drie voorwaarden voldoen, waaronder een hoog percentage werklozen, een hoge graad van armoede en sociale uitsluiting, een hoog aantal immigranten, ethnische minderheden of vluchtelingen, een lage scholingsgraad, hoge criminaliteits- en misdaadcijfers en een bijzonder sterk vervuild milieu.