La circonstance que la disposition en cause prévoit une consultation des groupements professionnels intéressés alors qu'un accord de ceux-ci est requis pour la fixation des bases forfaitaires de taxation prévue par l'article 342 du Code des impôts sur les revenus 1992, n'est pas discriminatoire puisque cette disposition règle une situation toute différente : elle prévoit, au titre de moyens de preuve pour l'administration, des forfaits qui sont arrêtés après l'expiration de l'année pendant laquelle les revenus ont été perçus et
dans le cadre d'une taxation par comparaison avec les bénéfices ou profits normaux d'autres contribuables simil
...[+++]aires; il ne s'agit pas, en outre, d'un régime dont l'application est subordonnée à l'option expresse du contribuable.Het gegeven dat de in het geding zijnde bepaling voorziet in een overleg met de betrokken bedrijfsgroeperingen, terwijl hun akkoord is vereist voor de vaststelling van de forfaitaire gron
dslagen van aanslag waarin artikel 342 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voorziet, is niet discriminerend, vermits die bepaling een volkomen andere situatie regelt : zij voorziet, als bewijsmiddelen voor de administratie, in forfaits die worden vastgesteld na het
verstrijken van het jaar waarin de inkomsten zijn geïnd en in het kader va
...[+++]n een aanslag door vergelijking met de normale winst of baten van andere soortgelijke belastingplichtigen; het betreft bovendien geen regeling waarvan de toepassing is ondergeschikt aan de uitdrukkelijke keuze van de belastingplichtige.