27. encourage les États membres à assurer un niveau adéquat de protection sociale et un minimum de subsistance suffisant, en particulier dans le domaine de l'assurance-chômage, de l'assurance-maladie et du congé maternité, éq
uivalent à celui de tous les autres travailleurs, et à explorer des mesures particulières anticipatrices et actives en matièr
e de politique de l'emploi, devant constituer une garantie de continuité de revenus décents dans des situations de discontinuité de l'emploi propre au secteur culturel et de la création, et
...[+++]être un moyen d'émancipation individuelle et collective; estime en outre qu'un instrument idoine pour garantir un tel niveau de protection sociale pourrait être le revenu minimal et que celui-ci pourrait aussi utilement s'articuler avec le développement de parcours de formation; 27. moedigt de lidstaten aan voor een passend niveau van sociale bescherming en een toereikend bestaansminimum te zorgen dat vergelijkbaar is met dat van alle andere werknemers, in het bijzonder door middel van de wer
kloosheids- en ziekteverzekering en moederschapsverlof, en proactieve en actieve werkgelegenheidsbeleidsmaatregelen te onderzoeken als waarborg voor een verzekerd inkomen in geval van de voor de cultuurindustrie en de creatieve bedrijfstakken typische onderbrekingen van de arbeidsbetrekking, en als middel voor individuele en collectieve emancipatie; meent voorts dat het minimumloon een geschikt instrument kan zijn om een de
...[+++]rgelijk niveau van sociale bescherming te bieden, en dat dit ook op nuttige wijze kan worden gecombineerd met de ontwikkeling van opleidingstrajecten;