Les actions pendantes devant les juridictions de différents États membres peuvent être considérées comme connexes au sens de l'article 30 du règlement (UE) nº 1215/2012[47], ce qui signifie qu'elles sont liées entre elles par un rapport si étroit qu’il y a intérêt à les instruire et à les juger en même temps afin d’éviter des solutions qui pourraient être inconciliables si les causes étaient jugées séparément.
Vorderingen die aanhangig zijn voor gerechten van verschillende lidstaten, kunnen worden beschouwd als samenhangend in de zin van artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1215/2012[47], wat inhoudt dat tussen deze vorderingen een zo nauwe band bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven.