Cette unité de gestion comprend des forêts alluviales (91E0*), des chênaies climaciques sur terrasses alluviales (9160) ou sur sol hydromorphe (9160) ainsi que des habitats de reproduction et de nourrissage pour une population régulière de pic noir (A236), de pic mar (A238), de vespertilion à oreilles échancrées (1321), de grand murin (1324) et de grand rhinolophe (1304) En zone forestière, cette unité comprend essentiellement de la chênaie-frênaie climacique sur les terrasses hautes des ruisseaux de Koenigsbourg et du Schleischmülhen, souvent en transition avec une aulnaie-frênaie en se rapprochant des berges.
Die b
eheerseenheid omvat alluviale bossen (91E0*), climax-eiken
bossen op alluviale terrassen (9160) of op hydromorfe bodem (9160), alsmede habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van zwarte spechten (A236), van middelste bonte spechten (A238), ingekorven vleermuizen (1321), vale vleermuizen (1324) en grote hoefijzerneuzen (1304). In de bosgebieden omvat die eenheid voornamelijk climax-eikenbossen op de hoge terrassen van de beken van Koenigsbourg en Schleischmülhen, vaak in overgang met een elzen-ess
...[+++]enbos die de oevers nadert.