1. L'ouverture, sur le territoire des États membres, d'agences ou de filiales de banques de la RPDC, ou de bureaux de représentation de celles-ci, y compris la Banque centrale de la RPDC, ses agences et filiales, et d'autres entités financières visées à l'article 13, point 2), est interdite.
1. Het openen van bijkantoren, dochtermaatschappijen of vertegenwoordigingen van banken van de DVK, inclusief van de centrale bank van de DVK en de bijkantoren en dochtermaatschappijen daarvan, en van andere in artikel 13, punt 2), vermelde financiële entiteiten, op het grondgebied van de lidstaten is verboden.