En d’autres termes, si l’on a un ensemble de vaisseaux et que cet ensemble de vaisseaux représentent, disons, 100 000 tonnes, et qu’il est prévu de retirer 50 000 ou 60 000 tonnes, le reste, soit 40 000 tonnes, représentant la capacité des nouveaux navires qu’ils souhaitent, alors l’aide de retrait accordée serait fonction de ce retrait partiel – les 50 000 ou 60 000 tonnes.
Met andere woorden, als er een groep vaartuigen is van, zeg maar, 100 000 ton en de verplichting wordt aangegaan om 50 000 of 60 000 ton daarvan te ontmantelen, zodat er 40 000 ton overblijft waarmee men nieuwe vaartuigen wil bouwen, dan kan voor het aantal ton dat ontmanteld is – dus voor de 50 000 of 60 000 ton – buitenbedrijfstellingssteun verleend worden.