1° lorsque le Ministre constate que les mesures restrictives prises en application de l'article R. 165., § 2, 1°, dans la ou les zones de prévention situées à l'intérieur de la zone de surveillance se révèlent insuffisantes, il peut fixer des dispositions de même nature dans tout ou partie de la zone de surveillance.
1° als de Minister vaststelt dat de overeenkomstig artikel 165 § 2, 1°, getroffen restrictieve maatregelen in het (de) voorkomingsgebied(en) gelegen binnen het toezichtsgebied onvoldoende zijn, kan hij, voor het gehele toezichtsgebied of een gedeelte ervan, maatregelen van dezelfde aard nemen.