Les véhicules à moteur autorisés à tracter une remorque équipée d'un système antiblocage, à l'exception des véhicules des catégories M1 et N1, doivent être équipés d'un avertisseur optique distinct pour le système antiblocage de la remorque, conforme aux prescriptions des points 4.1, 4.2 et 4.3 de l'annexe X de la présente directive. Ils doivent en outre être équipés d'une prise électrique spéciale pour les systèmes antiblocage des remorques, conformément au point 4.4 de l'annexe X de la présente directive.
Motorvoertuigen die een aanhanger met een antiblokkeerremsysteem mogen trekken, met uitzondering van voertuigen van de categorieën M1 en N1, worden uitgerust met een afzonderlijk optisch waarschuwingssignaal voor het antiblokkeerremsysteem van de aanhangwagen overeenkomstig de voorschriften van de punten 4.1, 4.2 en 4.3 van bijlage X. Zij moeten ook worden voorzien van een speciale elektrische connector voor de antiblokkeerremsystemen van de aanhangwagens overeenkomstig punt 4.4 in bijlage X bij deze richtlijn.