Une part importante des transferts se disperserait hors des régions bénéficiaires (effet de fuite) sous la forme d'importations d'équipements, de biens et de services.En moyenne, pour 4 euros dépensés dans le cadre de l'Objectif 1 plus d'un euro serait consacré à des importations en provenance d'autres États membres, et pour 9 % à l'origine de pays tiers.
Een belangrijk deel van de financiële overdrachten zou buiten de begunstigde regio's terechtkomen (weglekeffect) door de invoer van goederen en diensten. Van elke 4 euro aan uitgaven in het kader van doelstelling 1 zou meer dan één euro worden besteed aan invoer uit andere lidstaten. Van diezelfde uitgaven zou 9 % naar invoer uit derde landen gaan.