— « mode d’accessibilité » : les différents modes de déplacement (voiture, différents types de transport en commun, moto, cyclomoteur, vélo, pied, ) qui donnent accès au lieu de travail; il est tenu compte à cet égard de l’aménagement existant de la voirie, des lignes de transport en commun existantes, ainsi que des emplacements de parking existants.
— « wijze van toegankelijkheid » : de verschillende verplaatsingswijzen (auto, verschillende types openbaar vervoer, motorfiets, bromfiets, te voet, ) die toegang verschaffen tot de werkplaats; op dit vlak wordt rekening gehouden met de bestaande straatinrichting, de bestaande openbare vervoerlijnen en ook de bestaande parkeerplaatsen.