La Commission considère que l’appréciation au sens de l’article 87, paragraphe 3, point c), de la compatibilité des mesures qui visent à indemniser un ancien monopoleur du coût supplémentaire résultant d’une période lors de laquelle l’entreprise concernée opérait sous un statut monopolistique devra se limiter à examiner si cette dernière a bénéficié ou bénéficie d’autres avantages de même nature — en l’occurrence, d’avantages liés à la législation du travail régissant l’OTE —, lesquels pourraient neutraliser le coût examiné.
De Commissie is thans van oordeel dat de verenigbaarheidstoets op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van maatregelen die de extra kosten beogen te compenseren van een voormalige monopolist welke teruggaan tot een periode waarin de betrokken onderneming een monopolie had, beperkt moet blijven tot het onderzoek van de vraag of de onderneming andere, gelijksoortige voordelen (zoals in deze zaak andere arbeidsrechtelijke voordelen voor OTE) heeft gekregen, of nog krijgt, die de kosten van de vrijwillige VUT-regeling neutraliseren.