Le troisième moyen est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou combinés avec le principe de la liberté d'entreprendre et de la liberté de commerce et d'industrie garanti par les articles II. 2 à II. 4 du livre II du Code de droit économique ainsi qu'avec les principes généraux du droit de la liberté de concurrence et de la libre circulation des marchandises, et de la violation des articles 26, paragraphe 2, 28 et suivants ainsi que 107, 116, 119 et 120 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne (TFUE).
Het derde middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van de vrijheid van ondernemen en van de vrijheid van handel en nijverheid dat is gewaarborgd bij de artikelen II. 2 tot II. 4 van boek II van het Wetboek van economisch recht, alsook met de algemene beginselen van het recht op vrijheid van mededinging en van het vrije verkeer van goederen, en uit de schending van de artikelen 26, lid 2, 28 en volgende alsook 107, 116, 119 en 120 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).