5. demande que l'Union et ses États membres redoublent d'efforts en ce qui concerne le recouvrement de leurs avoirs par l'Égypte, la Libye et la Tunisie; souligne que le recouvrement des avoirs est une dimension essentielle du soutien de l'Union à la transition démocratique et à la reprise économique dans ces pays et qu'il est de nature à renforcer, des deux côtés, la confiance mutuelle dans un esprit de partenariat avec les sociétés, lequel partenariat sert de pierre d'angle, depuis sa révision, à la politique européenne de voisinage;
5. verzoekt de EU en haar lidstaten hun inspanningen op het gebied van terugvordering van activa door Egypte, Libië en Tunesië te intensiveren; onderstreept dat terugvordering van activa een essentiële dimensie is van de steun van de Unie voor overgang naar democratie en economisch herstel in deze landen, en kan leiden tot een verdere versterking van het wederzijdse vertrouwen tussen de twee partijen in de geest van partnerschap met samenlevingen, hetgeen een hoeksteen van het herziene Europese nabuurschapsbeleid vormt;