Art. 5. Outre le Ministre chargé des Pouvoirs locaux, le Directeur général de Bruxelles Pouvoirs locaux ou le fonctionnaire qui le remplace peut, pour les actes des communes soumis à la tutelle générale de suspension et d'annulation, proroger le délai initial de trente jours pour un délai unique de 15 jours en exécution des articles 9, dernier alinéa et 10, dernier alinéa, de l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale.
Art. 5. Benevens de Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen kan de Directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen of de ambtenaar die hem vervangt voor de akten die onderworpen zijn aan het algemeen schorsings- en vernietigingstoezicht, de aanvankelijke termijn van 30 dagen verlengen met een eenmalige termijn van 15 dagen in uitvoering van de artikelen 9, laatste lid en 10, laatste lid van de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.