Afin de déterminer si les membres de la famille sont à charge, l’État membre doit apprécier si, eu égard à leurs conditions économiques et sociales, ceux-ci ont besoin d’un soutien matériel pour subvenir à leurs besoins essentiels dans leur pays d’origine ou de provenance au moment où ils demandent à rejoindre le regroupant[23].
Om vast te stellen of gezinsleden ten laste zijn, moet de lidstaat beoordelen of zij, gelet op hun financiële en sociale omstandigheden, behoefte hebben aan materiële steun voor om te voorzien in hun levensbehoeften in hun land van herkomst of het land waar ze vandaan kwamen bij de indiening van hun verzoek om gezinshereniging[23].