Il ressort de la jurisprudence que le Conseil d'Etat a, jusqu'à présent, rarement fait usage du pouvoir conféré par la loi du 4 août 1996 et que la possibilité de maintenir les effets doit être utilisée avec sagesse et circonspection, lorsqu'il est établi que l'annulation pure et simple de la décision attaquée aurait des conséquences très graves du point de vue de la sécurité juridique (CE, 21 novembre 2001, n° 100.963, Etat belge; CE, 30 octobre 2006, n° 164.258, Somja et al.; CE, 8 novembre 2006, n° 164.522, Union professionnelle belge des médecins spécialistes en médecine nucléaire et al.).
Uit de rechtspraak blijkt dat de Raad van State de bij de wet van 4 augustus 1996 verleende bevoegdheid tot nu toe zelden heeft aangewend en dat de mogelijkheid tot handhaving van de gevolgen met wijsheid en omzichtigheid moet worden gehanteerd wanneer vaststaat dat de vernietiging zonder meer van het bestreden besluit zeer zware gevolgen zou hebben op het stuk van de rechtszekerheid (RvSt, 21 november 2001, nr. 100.963, Belgische Staat; RvSt, 30 oktober 2006, nr. 164.258, Somja et al.; RvSt, 8 november 2006, nr. 164.522, Belgische beroepsvereniging der geneesheren specialisten in nucleaire geneeskunde et al.).