Enfin, en sa qualité d'historien, l'orateur rappelle qu'il y a eu des moments où une certaine droite avait plaidé pour ce que certains ont appelé un « coup d'État institutionnel » (le coup d'État de Lophem) après la première guerre mondiale, quand le suffrage universel (incomplet car réservé aux hommes) avait été accordé avant la révision constitutionnelle, qui avait corrigé ensuite la situation.
Als historicus herinnert spreker eraan dat een bepaalde rechtse strekking na de eerste wereldoorlog ooit heeft gepleit voor een « institutionele staatsgreep » (de staatsgreep van Loppem) en dat men toen door het invoeren van het universeel kiesrecht (beperkt, want alleen voor mannen) net voor de grondwetsherziening de situatie terug heeft rechtgetrokken.