5. rappelle les dispositions de l'article K.12 du traité d'Amsterdam en ce qui concerne les possibilités de coopération renforcée dans le domaine pénal et invite les États membres et la Commission à examiner la faisabilité et les possibilités d'appliquer ces dispositions en vue de résoudre les problèmes importants qui se posent à cet égard, problèmes au sujet desquels seul un petit nombre d'États membres empêchent une coopération plus poussée et, partant, des progrès;
5. wijst op de bepalingen van artikel K.12 van het Verdrag van Amsterdam met betrekking tot de mogelijkheid van versterkte samenwerking op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken en verzoekt de lidstaten en de Commissie de haalbaarheid en toepasbaarheid van deze bepalingen na te gaan, met name met het oog op een oplossing van de belangrijke kwesties op dit gebied, waarbij slechts een gering aantal lidstaten een verdergaande samenwerking en daardoor vooruitgang verhindert;