Par dérogation au paragraphe 1, la durée totale de soixante mois peut être dépassée lorsque : 1° le congé d'un membre du personnel qui a interrompu sa carrière professionnelle sans avoir droit à une allocation d'interruption est convertie d'office en une absen
ce pour prestations réduites tel que prévu à l'article 20, § 3, 2°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 septembre 2011 relatif à l'interruption de carrière des membres du personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves ; 2° le congé d'accueil d'un membre du personnel est converti d'office en une absence pour prestations réduites parce qu'il apparaît au reto
ur de l'ét ...[+++]ranger qu'aucune adoption n'a eu lieu tel que prévu à l'article 5 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 novembre 1994 relatif au congé d'accueil en vue d'une adoption ou d'une tutelle officieuse, accordé aux membres du personnel de l'enseignement et des centres psycho-médico-sociaux ; 3° un membre du personnel fait usage des mesures transitoires visées au chapitre 2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 février 2000 relatif à la mise en disponibilité complète pour convenances personnelles préalable à la pension de retraite pour les membres du personnel de l'enseignement et des centres d'encadrement des élèves ; 4° l'absence d'un membre du personnel qui a pris un crédit-soins sans avoir droit à une allocation d'interruption est convertie en une absence pour prestations réduites.In afwijking van paragraaf 1 mag de totale duur van zestig maanden worden overschreden als : 1° het verlof van een personeelslid dat zijn beroepsloopbaan heeft onderbroken, maar geen recht heeft op een onderbrekingsuitkering, ambtshalve wordt omgezet in een afwezigheid voor verminderde prestaties als vermeld in artikel 20, § 3, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011 betreffende de loopbaanonderbreking van de personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding; 2° het opvangverlof van een personeelslid ambtshalve wordt omgezet in afwezigheid voor verminderde prestaties omdat bij de terugkeer uit het buitenland blijkt dat geen adoptie heeft plaatsgehad, zoals vermeld in artikel 5 van het beslui
...[+++]t van de Vlaamse Regering van 9 november 1994 betreffende het opvangverlof voor de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra met het oog op adoptie en pleegvoogdij; 3° een personeelslid gebruik maakt van de overgangsmaatregelen, als vermeld in hoofdstuk 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2000 betreffende de volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding; 4° de afwezigheid van een personeelslid dat zorgkrediet heeft genomen, maar geen recht heeft op een onderbrekingsuitkering, wordt omgezet in afwezigheid voor verminderde prestaties.