Ces articles visent à faire en sorte que la limite de viabilité de 140 jours, telle qu'elle est prévue à l'article 2 de la présente proposition, soit également valable en cas de présomption de conception au sens de l'article 326 du Code civil et en cas de présomption de paternité au sens de l'article 316bis, 3º, du Code civil.
Deze artikelen hebben tot doel de levensvatbaarheidsgrens van 140 dagen, zoals bepaald in artikel 2 van dit voorstel, ook te laten gelden bij het vermoeden van verwekking van artikel 326 van het Burgerlijk Wetboek en het vermoeden van vaderschap in artikel 316bis, 3º, van het Burgerlijk Wetboek.