3° l'alinéa unique ancien devenant l'alinéa 2 est complété par les 19°, 20°, 21°, 22°, 23° et 24° rédigés comme suit :
3° het vroegere enige lid, dat het tweede lid wordt, wordt aangevuld met de bepalingen onder 19°, 20°, 21°, 22°, 23° en 24°, luidende :