A. considérant que l'Union européenne est fondée sur les valeurs de respect de la dignité humaine, de liberté, de démocratie, d'égalité, de l'état de droit, ainsi que de respect des droits de l'homme, y compris des droits des personnes appartenant à des minorités, et que ces valeurs sont universelles et communes aux États membres (article 2 du traité UE); qu'un risque manifeste de violation grave par un État membre des valeurs visées à l'article 2 du traité UE déclencherait la procédure prévue à l'article 7;
A. overwegende dat de Europese Unie gestoeld is op de waarden eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren, en overwegende dat deze waarden universeel zijn en dat de lidstaten deze gemeen hebben (artikel 2 VEU); overwegende dat bij een duidelijk risico op een ernstige schending van de in artikel 2 VEU genoemde waarden door een lidstaat de "artikel 7-procedure" in werking treedt;