M. Vankrunkelsven constate que l'amendement limite très fort la possibilité de stimuler la production d'ovules chez la femme, dès lors que cela ne peut plus se faire que dans le cadre d'une procréation médicalement assistée selon le texte de l'amendement, il ne doit d'ailleurs pas forcément s'agir de l'intéressée elle-même et pas à des fins de recherche scientifique.
De heer Vankrunkelsven constateert dat het amendement de stimulatie van vrouwen met het oog op het produceren van eicellen zeer sterk beperkt, vermits het enkel kan binnen het kader van een medisch begeleide voortplanting volgens de tekst van het amendement overigens niet noodzakelijk van de betrokkene zélf en niet met het oog op wetenschappelijke doeleinden.