11. veiller à l'universalisation des Conventions relatives aux droits de la femme et aux droits de l'enfant; de veiller au respect et à la pleine application desdites conventions en ayant une attention particulière en ce qui concerne la liberté sexuelle, l'accès aux soins de santé et à l'éducation, à la participation politique et à la non-discrimination.
11. erop toe te zien dat de verdragen inzake de vrouwen- en de kinderrechten universele toepassing vinden; ervoor te zorgen dat die verdragen worden geëerbiedigd en onverkort toegepast en daarbij bijzondere aandacht te besteden aan de seksuele vrijheid, de toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, de politieke participatie en de non-discriminatie.