3. a) Si l'État n'est pas obligé de vendre ou de louer d'autres parties du Résidence Palace, en vendra-t-il volontairement certaines parties? b) Dans l'affirmative, lesquelles et pourquoi? c) L'Europe manifeste-t-elle toujours de l'intérêt pour certaines parties du bâtiment? d) Dans l'affirmative, de quelles parties s'agit-il? e) La rumeur selon laquelle le bloc A serait destiné à être vendu est-elle exacte?
3. a) Ingeval de overheid niet verplicht is tot verkoop (verhuur) van andere onderdelen van de Residence Palace, zal ze dan tot vrijwillige verkoop overgaan van bepaalde delen van de Residence Palace? b) Zo ja, welke onderdelen en waarom de verkoop (verhuur)? c) Is er nog steeds belangstelling van Europese zijde voor bepaalde onderdelen van het gebouw? d) Zo ja, welke? e) Het gerucht gaat dat het A-blok verkocht zou worden. Klopt dit?