2. Les États membres intègrent les mesures élaborées en vertu du paragraphe 1 dans un programme de mesures, en tenant compte des mesures pertinentes requises au titre de la législation communautaire, en particulier la directive 2000/60/CE, la directive 91/271/CEE du Conseil du 21 mai 1991 relative au traitement des eaux urbaines résiduaires (21) et la directive 2006/7/CE du Parlement européen et du Conseil du 15 février 2006 concernant la gestion de la qualité des eaux de baignade (22), ainsi que de la législation à venir établissant des normes de qualité environnementale dans le domaine de l’eau, ou des accords internationaux.
2. De lidstaten nemen de overeenkomstig lid 1 uitgewerkte maatregelen op in een programma van maatregelen, rekening houdend met de relevante maatregelen die krachtens de Gemeenschapswetgeving, met name Richtlijn 2000/60/EG, Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (21) en Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit (22) en toekomstige wetgeving inzake milieukwaliteitsnormen op het gebied van het waterbeleid of internationale overeenkomsten zijn vereist.