Plus particulièrement, l'industrie de l'Union a connu une forte baisse de ses niveaux de rentabilité (descendant à 0,3 % pendant la période d'enquête de réexamen) et une réduction significative de ses niveaux de production et d'utilisation des capacités, ainsi que de ses prix unitaires de vente et de ses effectifs.
De bedrijfstak van de Unie kreeg met name te maken met een forse daling van de winstgevendheid (tot 0,3 % in het tijdvak van het nieuwe onderzoek) en een aanzienlijke afname van de productie, de bezettingsgraad, de verkoopprijzen per eenheid en de werkgelegenheid.