« Un des six vice-présidents de la Section Programmation et Agrément et des quatre vice-présidents de la Section Financement, doit appartenir systématiquement à chacune des catégories visées respectivement à l'article 4, § 1er, a, b, c et d, et à l'article 5, alinea 1er, a, b, c, et d».
« Van zowel de zes ondervoorzitters van de Afdeling programmatie en erkenning als van de vier ondervoorzitters van de Afdeling financiering, dient telkens één ondervoorzitter te behoren tot elk van de categorieën bedoeld in respectievelijk artikel 4, § 1, a, b, c en d en artikel 5, eerste lid, a, b, c en d».