24. invite les États membres à s'élever contre la violence exercée contre les femmes au nom de la tradition, à condamner les violations des droits humains des femmes et des jeunes filles migrantes imputables à la famille et à vérifier quelles sont les dispositions juridiques applicables pour engager la responsabilité des membres de la famille, en particulier dans les cas de crimes dits d'honneur;
24. verzoekt de lidstaten zich tegen op traditie gebaseerd geweld tegen vrouwen uit te spreken, schendingen van de mensenrechten van immigrantenvrouwen en -meisjes waartoe door de familie wordt aangezet, te veroordelen, en te bekijken welke wetten kunnen worden toegepast om familieleden aansprakelijk te stellen, vooral bij zogeheten eerwraak;