7. souligne que le respect des droits humains fondamentaux, y compris les droits sociaux et économiques, devrait être la pierre angulaire
de la politique de voisinage; invite également l'Union à élaborer une politique de lutte contre le travail des enfants, conformément aux conventions de l'OIT sur l'âge minimum d'admission à l'emploi, à savoir 15 ans, et sur les pires formes de travail des enfants, afin qu'elles soient supprimées; souligne que l'accès à l'éducation de base et à la formation professionnelle devrait être garanti conformément aux objectifs du Millénaire pour
...[+++]le développement;
7. onderstreept dat de eerbiediging van de fundamentele mensenrechten, met inbegrip van sociale en economische rechten, de hoeksteen van het nabuurschapsbeleid moet zijn; verzoekt de EU een beleid uit te werken om het probleem van de kinderarbeid aan te pakken, in het licht van de overeenkomsten van de IAO betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces op 15 jaar en de meest schrijnende vormen van kinderarbeid, om een einde te maken aan de ergste vormen van kinderarbeid; onderstreept dat de toegang tot basisonderwijs en beroepsopleiding in overeenstemming met de MDG's moet worden gewaarborgd;