La Cour d’appel s’est donc limitée à examiner l’existence d’un élément intentionnel et après une analyse précise des circonstances, elle a estimé que cet internaute qui avait intégré une vidéo de YouTube sur son site internet via un lien automatique, l’avait fait sans intention méchante ou frauduleuse de porter atteinte aux droits des titulaires de droits d’auteur et droits voisins sur le film.
Het Hof van Beroep heeft zich dus beperkt tot het onderzoek van het bestaan van een element van opzet en na een nauwkeurige analyse van de omstandigheden, heeft het geoordeeld dat deze internetgebruiker, die, via een hyperlink, een video van YouTube op zijn website geïntegreerd had, handelde zonder kwaadwillig of bedrieglijk opzet om een inbreuk te plegen op de rechten van de rechthebbenden van het auteursrecht en de naburige rechten op het filmpje.