(Interrompu, l’orateur se tourne vers M. Schulz:»Qu’est-ce que vous avez, Monsieur Schulz, vous êtes malade?», puis se ravise: «Ah oui, c’est vous, Monsieur Cohn-Bendit, allez donc faire de la pédagogie chez les petits enfants!»)
(De spreker wordt onderbroken en richt zich tot de heer Schulz: :"Wat is er, Mijnheer Schulz, bent u ziek? en gaat dan door: "Oh ja, u bent het, mijnheer Cohn-Bendit, gaat u nu leraar spelen voor de kindjes!")