Art. 8. Dès l'envoi de la lettre de convocation, le secrétaire tient à la disposition du président, du requérant, de son conseil éventuel et des membres effectifs ou suppléants, une copie du dossier qui leur sera remise au secrétariat, sur rendez-vous, à titre confidentiel et contre accusé de réception.
Art. 8. Vanaf het versturen van de oproepingsbrief, houdt de secretaris een afschrift van het dossier ter beschikking van de voorzitter, de verzoeker, diens eventuele raadsman en de effectieve of plaatsvervangende leden, dat hen wordt overhandigd op het secretariaat, na afspraak, ter vertrouwelijke titel en tegen ontvangstbewijs.