Les activités de vérification doivent démontrer la conformité des composants mettant en œuvre les services de liaison de données, les communications de bout en bout et les communications air-sol avec les exigences applicables du présent règlement ou l’aptitude à l’emploi de ces composants lorsqu’ils fonctionnent dans l’environnement d’essai.
Uit de verificatie moet blijken dat de onderdelen van datalinkdiensten, end-to-end-communicatie en lucht-grondcommunicatie geschikt zijn voor gebruik en overeenstemmen met de toepasselijke eisen van deze verordening wanneer zij in gebruik zijn in de testomgeving.