... pers
onnes ainsi que les zones où séjournent des personnes plus vulnérables tels que les enfants, les malades, les personnes âgées); que les élevages de taille importante peuvent nécessiter des installations conséquentes (bâtiment avec ventilation dynamique, installation de préparation automatique du lait, stockage des aliments en silo, stockage de fumier et/ou de lisier, charroi lié à la livraison des aliments et des animaux, etc, ) multipliant ainsi les risques de nuisances olfactives et de nuisances sonores, lorsqu'ils sont proches d'une zone d'habitat ou d'un récepteur sensible; que, dans ce cas de figure, l'administration trait
...[+++]e chaque dossier au cas par cas et des conditions particulières sont souvent proposées; que, par contre, l'impact non significatif des nuisances sonores et olfactives d'établissements éloignés d'une zone d'habitat ou d'un récepteur sensible, donne lieu, dans la plupart des cas, à une absence de réclamations lors de l'enquête publique et à un rapport d'analyse des impacts simplifié concluant à l'imposition de conditions d'exploiter communes à tous les établissements d'élevage; qu'eu égard à cette réalité, il est proposé de classer les établissements relevant du secteur de l'agriculture en fonction de deux critères : d'une part, le nombre d'animaux et d'autre part, leur implantation soit en zone d'habitat, soit à proximité d'un récepteur sensible en tenant compte notamment de l'impact dû nuisances olfactives; que d'autres paramètres plus particuliers sont aussi pris en compte, comme par exemple le caractère dangereux des autruches ou encore le caractère intensif de certains élevages dits " industriels" ou " hors sol" ; que ce classement a pour objectif de pouvoir distinguer les établissements dont l'exploitation a un impact peu important sur l'environnement et sur l'homme pouvant être limité moyennant le strict respect de conditions intégrales, et ceux pour lesquels une analyse approfondie du projet est nécessaire pour conclure à la compatibilité ou non de l'exploitation avec son environnement et pour lesquels l'imposition de conditions d'exploitation particulières doit être envisagée; que l'impact des " odeurs" est un critère essentiel à prendre en compte, les nuisances sonores étant, en Région wallonne, déjà réglementées; que l'émission d'effluents odorants est en effet à la base de nombreux contentieux entre les exploitants et les riverains, surtout dans le cadre de projet d'élevage de type " hors sol" de volailles, de porcins ou de lapins; que, dans la démarche proposée, et dans le cadre du Contrat d'avenir renouvelé, il s'agit d'assurer une cohabitation harmonieuse entre les exploitations agricoles et la population; que l'hypothèse de départ est que ce qui est considéré comme inacceptable par les habitants des zones ré ......en waar personen leven, alsook de gebieden waar kwet
sbaardere personen, zoals kinderen, zieken, bejaarden verblijven; dat grote teelten omvangrijke installaties vereisen kunnen (gebouw met dynamische ventilatie, automatische melkbereidingsinstallatie, voederopslag in silo's, mest- en/of gieropslag, vervoer i.v.m. de levering van voeder en dieren, enz., ) waardoor de geur- en geluidshinderrisico's toenemen, wanneer ze dichtbij een woongebied of een gevoelige ontvanger gevestigd zijn; dat de administratie, in deze denkbeeldige situatie, elk dossier al naar gelang het geval onderzoekt en dat vaak bijzondere voorwaarden voorgesteld word
...[+++]en; dat, daarentegen, de onbelangrijke weerslag van de geluids- en geurhinder van inrichtingen verwijderd van een woongebied of van een gevoelige ontvanger in de meeste gevallen geen klachten oplevert tijdens het openbaar onderzoek en het voorwerp is van een vereenvoudigd rapport inzake het effectenonderzoek, dat besluit tot het opleggen van exploitatievoorwaarden gemeen aan alle teeltinrichtingen; dat er, rekening houdende met deze realiteit, voorgesteld wordt de onder de landbouwsector vallende inrichtingen volgens twee criteria in te delen : enerzijds, het aantal dieren en, anderzijds, hun vestiging, hetzij in een woongebied, hetzij in de buurt van een gevoelige ontvanger, met inachtneming van o.a. het geurhindereffect; dat ook andere specifiekere parameters in aanmerking genomen worden, zoals, bijv., het gevaarlijke karakter van struisvogels of het intensieve karakter van sommige " industriële" of " niet grondgebonden teelten" ; dat deze indeling dient om een onderscheid te kunnen maken tussen de inrichtingen waarvan de exploitatie zowel op het leefmilieu als op de mens een niet noemenswaardig effect heeft dat beperkt kan worden mits een strikte naleving van de integrale voorwaarden, en die welke een grondige analyse van het project vereisen vooraleer te kunnen vaststellen dat de exploitatie al dan niet verenigbaar is met het leefmilieu en waarvoor het opleggen van bijzondere exploitatievoorwaarden overwogen moet worden; dat de weerslag van " geuren" een belangrijk in overweging te nemen criterium is, daar geluidshinder in het Waalse gewest reeds gereglementeerd is; dat de emissie van mestgeur immers talrijke geschillen tussen exploitanten en aanwonenden heeft veroorzaakt, voornamelijk in het raam van " niet grondgebonden" teeltprojecten betreffende pluimvee, varkensachtigen of konijnen; dat het er, in de voorgestelde benaderingswijze en in het raam van het hernieuwde Toekomstcontract, om gaat een harmonisch samenleven te waarborgen tussen de landbouwexploitaties en de bevolking; dat er van uitgegaan wordt dat wat inwoners van stedelijke woongebieden als onaanvaardbaar beschouwen beter aanvaard wordt door inwoners van ...