Dans le dix-neuvième moyen, les parties requérantes font valoir que les articles 464/1, § 5, alinéa 2, et 464/26, § 8, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle, insérés respectivement par les articles 4 et 31 de la loi du 11 février 2014 (I), violent l'article 13 de la Constitution, combiné ou non avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'une décision
du magistrat EPE à propos de la demande du condamné, des tiers visés à l'article 464/1, § 3, du Code d'instruction criminelle ou d'un tiers intéressé de consulter la totalité ou une partie des enregistrements ou des transcriptions qui n'ont pas été consi
...[+++]gnés dans un procès-verbal dans le cadre de la transmission, de l'écoute, de la prise de connaissance et de l'enregistrement de communications privées ou de communications électroniques privées ne peut faire l'objet d'un recours de la part du condamné, des tiers précités ou d'un autre intéressé devant une juridiction satisfaisant aux exigences de l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme.In het negentiende middel voeren de verzoekende partijen aan dat de artikelen 464/1, § 5, tweede lid, en 464/26, § 8, derde lid, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij respectievelijk de artikelen 4 en 31 van de wet van 11 februari 2014 (I), een schending inhouden van artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen me
t artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat tegen een beslissing van de SUO-magistraat omtrent het verzoek van de veroordeelde, de derden bedoeld in artikel 464/1, § 3, van het Wetboek van strafvordering of een belanghebbende derde tot inzage van het geheel of een gedeelt
...[+++]e van de opnamen of overschrijvingen die niet werden opgetekend in een proces-verbaal in het kader van het overbrengen, afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie of privéelektronische communicatie geen rechtsmiddel openstaat voor de veroordeelde, de voormelde derden of een andere belanghebbende bij een rechterlijke instantie die voldoet aan de vereisten van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.