L'article 24, paragraphe 1, dispose ensuite que l'exercice de ce droit sans discrimination requiert des États qu'ils garantissent un système éducatif à tous les niveaux et qu'il offre des possibilités qui visent le plein épanouissement du potentiel humain, de la personnalité et de la créativité des personnes handicapées ainsi que leur participation dans la vie en société.
Artikel 24, eerste lid, stelt vervolgens dat de uitoefening, zonder discriminatie, van het recht op onderwijs vereist dat de Staten een onderwijssysteem op alle niveaus waarborgen en terzake voorzieningen bieden die de volledige ontwikkeling van het menselijk potentieel, de persoonlijkheid en de creativiteit van personen met een handicap alsmede hun participatie in de samenleving mogelijk maken.